Pécs

Culturele hoofdstad van Europa 2010


De stad zonder grenzen

Pécs is de bruisende culturele hoofdstad van Europa in 2010. Het aangename klimaat van Pécs schept een zwoele, vrolijke sfeer. Dat uit zich in het zonnige voorjaar en de warme zomer in volle terrassen en een levendig stadsbeeld.
Pécs ligt halverwege de Donau en de Drava en is de meest zuidelijke stad van Hongarije. Zijn geschiedenis, de vele festivals, het historische centrum met de gezellige cafés, de mysterieuze crypten uit de Romeinse tijd, het verfijnde Zsolnay- porselein, de bloeiende amandelbomen en de prachtige kathedraal maken van Pécs een stad van betekenis.


Aan de voet van de Mecsek

Pécs ligt aan de voet van de Mecsek, een laaggebergte. De Mecsek is een gevarieerd landschap met beboste hellingen en valleien. De stad ligt op het punt waar heuvels en graslanden samenkomen, van oudsher een economisch gunstige geografische ligging. De 194 meter hoge televisietoren op een van de heuvels van Pécs biedt een mooi uitzicht over het landschap en de stad.


Sopianæ

De zuidelijke hellingen van de Mecsek zijn al eeuwenlang bewoond. De vroegste overblijfselen van menselijk leven in deze regio dateren van 6000 jaar geleden.
Voordat de Romeinen in het gebied rondom Pécs arriveerden, waren er enkele Keltische nederzettingen. In de eerste eeuw na Christus werden deze door de Romeinen veroverd. De Romeinen richtten er in de tweede eeuw verschillende wijnproducerende kolonies in, die ze Sopianae noemden.
In de nieuwe tijd is Sopianæ de naam van een sigarettenmerk, maar de Romeinse naam voor Pécs waarschijnlijk afgeleid van de meervoudsvorm van het Keltische woord sop, dat moeras betekent. Sopianæ werd het centrum van het gebied begrensd door de rivieren Donau en Drava en lag in het hart van de Romeinse provincie Pannonia. Het centrum van Sopianæ ten tijde van de regeerperiode van keizer Hadrianus (117 – 138) was waarschijnlijk de plek waar nu het postkantoor staat. Hier en daar is nog iets te zien van de Romeinse tijd: er zijn bij opgravingen resten aangetroffen van Romeinse waterleidingen.


Keizer Constantijn

In de vierde eeuw, de bloeitijd van Sopianæ, was de stad uitgegroeid tot een belangrijk Romeins bolwerk en de hoofdstad van de provincie Pannonia. Sopianæ was van strategisch belang door de militaire route van Trier naar Constantinopel die door Pécs liep. Er ontstond daardoor ook een bloeiende handel met Aquincum (in het huidige Óbuda) en met Italië, Slovenië en Dalmatië. Dit was de tijd van de Romeinse keizer Constantijn de Grote, die bekend is geworden om zijn Edict van Milaan uit 313 betreffende de vrijheid van godsdienst.


Christelijke stad

Sopianæ werd een belangrijke christelijke stad. Recentelijk zijn christelijke graven uit de vierde eeuw blootgelegd, ze staan nu op de werelderfgoedlijst van de Unesco. Het zijn de oudste historische monumenten van Pécs. De grafkamers liggen onder een bovengrondse herdenkingskapel en bevatten vele fraaie fresco’s met Bijbelse taferelen en oude christelijke symbolen. Ze getuigen van de kracht en het geloof van de christelijke gemeenschap aan het eind van de heerschappij van het Romeinse Rijk.


Groot Moravië

Aan het eind van de vierde eeuw was het Romeinse Rijk verzwakt geaakt door interne conflicten en door aanvallen van allerlei ‘barbaarse’ stammen. De Hunnen verdwenen na de dood van hun grote leider Attila al even plotseling als ze gekomen waren, maar daarna werd de rust in het gebied nog regelmatig verstoord door stammen en volken als de Ostrogoten, Gepiden, Lombarden, Avaren en Slaven. In de negende eeuw behoorde de regio tot het Slavische Groot-Moravië, waarvan het machtscentrum lag in Moravië, in het huidige Tsjechië. Daarna kwam Pécs in de invloedssfeer van Karel de Grote.


Fünfkirchen

Een document geschreven in Salzburg in 871 rept voor het eerst van de naam Quinque basilicae, ofwel Vijf kerken. De Duitse variant Fünfkirchen is de bekendste middeleeuwse naam voor Pécs. Deze naam is nog altijd in zwang bij Duitsers en bij de Schwaben, de etnische Duitsers in zuidelijk Hongarije. Pécs wordt voor het eerst vermeld in een document uit het jaar 1235. De naam is waarschijnlijk een afleiding van het Slavische woord voor ‘vijf’. Of de naam zou samenhangen met vijf oude christelijke kapellen waarvan de resten zijn gebruikt bij de bouw van de kerken van de stad, of dat de naam ‘Vijf kerken’ verwijst naar de vijf geloven die vanaf de middeleeuwen in de stad werden beleden, daar is men het nog niet over eens…


Landname

De Hongaren staken in 896 de Tisza over en de 7 stamhoofden verklaarden met de landname in Ópusztaszer het grondgebied als Hongaars. Hiervandaan trokken ze verder het land in richting Pécs. De Hongaren vestigden in de 10e eeuw het comitaat Baranya. Tegenwoordig is Pécs de hoofdstad van Baranya, maar in de begintijd was Baranyavár de hoofdstad omdat dit aan een belangrijke militaire route langs de Donau lag. Baranyavár is het huidige Branjin Vrh en ligt 24 kilometer ten zuiden van Mohács net over de grens in Kroatië.


De basiliek van Pécs

De Domkerk is de basiliek van Pécs en staat aan het Domplein in de noordwesthoek van de binnenstad. De oudste elementen van de huidige kathedraal stammen uit het eind van de 11e eeuw. Voor die tijd stond op deze plek ook al een kerk, maar die is tot de grond toe afgebrand.
De Dom is 70 meter lang en 27 meter breed. De basiliek heeft vier identieke, 60 meter hoge klokkentorens en het is een van de twee belangrijkste kerken in neoromaanse stijl in Hongarije.


Janus Pannonius

Janus Pannonius was de belangrijkste renaissance-dichter van Hongarije. Hij werd in 1461 bisschop van Pécs en heeft veel bijgedragen aan de ontwikkeling van de cultuur in de stad. Janus Pannonius leefde van 1434 tot 1472 en werd geboren in wat nu de grensstreek van Hongarije en Kroatië is. Koning Mátyás haalde hem in 1459 naar het hof in Boedapest. Hij fungeerde daar als rechter en werkte voor de kanselarij van de koningin. In 1461 benoemde hij Pannonius tot bisschop van Pécs.
Achter de moskee op het Széchenyi tér staat een deel van het Janus Pannoniusmuseumcomplex met archeologische vondsten, zoals de vroegchristelijke grafkapel, beeldhouwwerken, mozaïeken en fresco’s. U ziet er ook vondsten uit het Stenen en Bronzen tijdperk.


Ottomaanse heerschappij

In 1526 werd in de Slag bij Mohács het leger van koning Lodewijk verpletterend verslagen door het invasieleger van de Turkse Suleiman. De Turken zouden uiteindelijk pas in 1686 weer vertrekken. De Turken maakten van Pécs een Ottomaanse stad. Christelijke kerken werden moskeeën, er kwamen Turkse baden, er verrees een minaret, er kwamen Turkse scholen en de markt was voortaan een bazaar.
De moskee van pasja Hassan Jakovali is ook nu nog in gebruik als gebedshuis en in het bijbehorende museum kunt u Turkse historische objecten bewonderen.


De moskee van pasja Quassim Ghazi

De meest opvallende moskee van Hongarije staat aan het Széchenyi tér. Deze moskee van pasja Quassim Ghazi is na het vertrek van de Turken niet afgebroken, maar tot op heden in gebruik als katholieke kerk. De karakteristieke koepel is een blikvanger op het plein. Andere Turkse restanten in Pécs zijn een kleine moskee aan de rand van de stad met een twaalfkantige minaret, een grafkapel, en een stelsel van waterbuizen.


Barokstad Pécs

In 1686 veroverden de Habsburgers de burcht van Buda op de Turken en trokken verder naar Pécs. De Ottomanen, die inzagen dat hun positie onhoudbaar was, staken de stad in brand.
Het Weense Hof wilde de stad aanvankelijk vernietigen maar besloot toch haar te behouden als bastion tegen Szigetvár, dat nog steeds in Turkse handen was. Het grotendeels ontvolkte en verwoeste Pécs werd opnieuw bewoond door vooral Serviërs en Duitsers.
Op de rokende puinhopen na het vertrek van de Turken ontstond een Barokstad. Wat nog herinnerde aan middeleeuws Pécs waren de de middeleeuwse kathedraal, het bisschoppelijke paleis, een paar stadswallen, een bastion (Barbakán) en het stelsel van tunnels en catacomben onder de stad. Een deel van dit netwerk kunt u bezichtigen.


Industriële ontwikkeling

Pas vanaf 1710 komt het leven in Pécs weer echt op gang. Er wordt wijn gemaakt en er ontstonden handelsbedrijven en productiebedrijven. Pécs werd hergebouwd binnen de stadswallen, waarbij de middeleeuwse en Turkse patronen gevolgd werden.
Groot inspiraror voor de cultuur van Pécs was bisschop György Klimó. Ook werden er herbergen gevestigd, o.a. de voorloper van het huidige beroemde hotel en café Nádor aan het Széchenyiplein.
Door de kolenmijnen en de ‘Ausgleich’, het Akkoord tussen Oostenrijk en Hongarije, in 1867 ontwikkelde Pécs zich in de 19e eeuw snel. Er werd een spoorlijn aangelegd naar Boedapest en uit deze tijd stammen internatonaal hoog aangeschreven fabrieken als Zsolnay (keramiek), Hamerli (handschoenen) en Littke (champagne).


De Zsolnay-fontein

Op het Széchenyi tér staat op de plaats van een vroegere Turkse bron een fontein uit de Zsolnay porseleinfabriek. Het glazuur heeft de typische metaalglans waar de fabriek zo bekend om stond.

De Zsolnay fabriek werd in de 19e eeuw opgericht door Miklós Zsolnay. Zijn zoon Vilmos werd in 1863 directeur van de fabriek en maakte de producten wereldberoemd door ze te laten zien op internationale beurzen, zoals de wereldtentoonstelling van 1873 in Wenen en die van 1878 in Parijs (waar men een prijs won).
In 1893 introduceerde de fabriek hun porselein gemaakt met een eosineglans. Deze vorstbestendige porseleinen tegels en dakpannen werden in veel gebouwen gebruikt, zoals op het dak van de Mátyáskerk in Boedapest, het gemeentehuis in Kecskemét en enkele gebouwen van architect Ödön Lechner in Szeged.
De fabriek Zsolnay werd in 1948 genationaliseerd en mocht alleen nog maar standaard-aardewerk voor gebruik in het huishouden en industrie produceren. Na 1982, bij de start van de meer op de markt gerichte economie, kreeg Zsolnay zijn naam terug. Tegenwoordig houdt men zich maar ternauwernood staande in een krappe markt, maar nieuwe ontwikkelingen lijken uitkomst te bieden.

Het eosine-proces dat in 1893 werd geïntroduceerd, resulteert in een lichtrode regenboogglans op het aardewerk, vandaar de naam eosine, die afgeleid is van de Griekse godin van de dageraad, Eos. Eosineporselein lijkt metaalachtig van kleur te veranderen als je er onder wisselende hoeken naar kijkt. Typische eosinekleuren zijn groen, rood, blauw en paars. U kunt de producten en kleuren bewonderen in het Zsolnay museum in Pécs.


Bloedige tijd

In de Eerste Wereldoorlog bracht Pécs grote offers bij het beschermen van de Oostenrijk-Hongaarse monarchie. Na de oorlog werd Baranya bezet door de Serviërs. Pas in 1921 werd duidelijk dat het noordelijk deel van Baranya en de stad Pécs bij Hongarije zouden blijven.
De universiteit van Pressburg (Hongaars: Pozsony, het huidige Bratislava) werd na het verdrag van Trianon van 1920 naar Pécs overgebracht. Hongarije had door Trianon immers de stad Bratislava aan Slowakije moeten afstaan. De komst van de universiteit had een positieve invloed op het literaire en culturele leven in Pécs.


De 'Russische' tijd

De Tweede Wereldoorlog verliep evenwel minder dramatisch voor Pécs. 25 kilometer ten zuiden van Pécs werd een grote tankslag uitgevochten tussen de Duitsers en de Russen, waarna de Russen in november 1944 Pécs 'bevrijdden'.
In de periode na de oorlog vormden de winning van kolen en uranium de belangrijkste activiteiten rond Pécs. Hieraan kwam na de omwenteling eind jaren ’80 een einde. Tegenwoordig moet Pécs het hebben van de universiteit met zijn bijna 25.000 studenten, die een belangrijke functie heeft als cultureel centrum.


De stad met 'mediterrane sfeer'

Pécs ligt op de zonnige, zuidelijke hellingen van de Mecsek. Door de bescherming van de heuvels maakt het klimaat in de stad een mediterraanse indruk: vroege lentes, lange hete zomers en een zonnige herfst. Ideale momenten om te genieten van de kenmerkende binnentuinen die ook nu nog achter de historische gebouwen liggen. De smalle straatjes, de vijgenbomen en de levendige zomeravonden reflecteren al bijna 2000 jaar de weldadige sfeer van Pécs.


Actief Pécs

De actieve mens komt goed aan zijn trekken in Pécs. Naast de gebruikelijke zwembaden en openbare sportterreinen bieden de stad en de omgeving gelegenheid tot golfen, paardrijden, vissen en zeilen. De bossen rondom Pécs zijn gewilde jachtgebieden.Verder kunt u in de Mecsek uitstekend wandelen en mountainbiken, en de meren van Orfű zijn geliefd bij allerhande waterrrecreanten. Het thermaalbad van Harkány is een must en ook de omgeving biedt van alles en nog wat op het gebied van monumenten en cultuur


Culturele hoofdstad van Europa

Pács is dit jaar de culturele hoofd-stad van Europa. De stad deelt onder de slogan Határtalan város (De stad zonder Grenzen) deze eer met het Duitse Essen en het Turkse Istanboel. Pécs ligt ongeveer halverwege en in een bijna rechte lijn van 2000 kilometer tussen de beide andere steden in. Pécs maakt hiermee een symbolische link tussen twee culturen. Het industriële Roergebied met de zetel van de rooms-katholieke diocese versus het islamitische Istanboel, dat de eerste christelijke hoofdstad van de wereld was en de tweede helft van het vorige millennium fungeerde als hoofdstad van het islamitische Ottomaanse Rijk.
Het is niet voor niets dat het embleem van Pécs als culturele hoofdstad van Europa het Széchenyi tér is met de voormalige moskee van pasja Quassim Ghazi. Pécs biedt in 2010 een groot aantal culturele programma’s. Er zijn unieke musea, waaronder het Csontvárymuseum en het museum gewijd aan Victor Vasarely (beide onder de vlag van het Janus Pannonius museum), die binnenkort heropend worden. Het honderdjarige nationale theater in de binnenstad is zowel van buiten als van binnen het bezichtigen waard en de Pannon Filharmónikusok en het Pécsi Balett zijn internationaal beroemd.


Pécs is door zijn vele aan musea, kastelen, opgravingen en cultuur een ideale stad voor iedereen. U kunt er voor een lang verblijf uitstekend uit de voeten, maar ook een dagtocht biedt u voldoende mogelijkheden om de heerlijke sfeer te proeven en van de architectuur en cultuur te genieten. De prachtige binnenstad, waarvan een deel op de werelderfgoedlijst staat, en het actieve culturele leven verwelkomen u. Natuurlijk vormt daarna een uitstapje naar het wijngebied van Villány-Siklós of een natuurtrip in het Mecsekgebergte een welkome afwisseling!

Mostmagyarul!